Hoe groeit een tulp?
Telers van bloembollen ontdekten al lang geleden dat de grond achter de duinen erg geschikt is. bloembollen hebben namelijk een hekel aan te veel water. Daar hebben de zogenaamde geestgronden achter de duinen geen last van. Het regenwater zakt er gemakkelijk doorheen, en het grondwater zit er diep. Later kwam men erachter dat tulpen, lelies en gladiolen ook goed groeien op lichte klei. Hierdoor zie je in veel delen van ons land bloembollenvelden, zoals in de Noordoostpolder (Flevoland) en West-Friesland (Noord-Holland).
Dikke bollen
Bij de bloembollentelers ligt de focus op het groeien van dikke bollen. Als de bollenvelden in bloei staan, trekt dit veel bekijks. Voor de telers zelf zijn de bloemen echter niet belangrijk. Bij de bloembollentelers ligt de focus op het groeien van dikke bollen. Het planten van de bloembollen gebeurt vaak in de maanden september en november. Hiervoor gebruiken te bloembollentelers plantmachines. Wanneer de bollen in de grond gestopt zijn worden ze vaak afgedekt met stro. Ook dit gebeurt machinaal. Op deze manier worden de bollen beschermd tegen de ergste winterkou. Bovendien kan het zand zo niet wegstuiven.
Rooien
Wanneer de bloembollenvelden in het voorjaar hebben gebloeid worden de bloemen afgekopt. Op deze manier gaat alle energie naar de bol, in plaats van naar de bloem. Tussen half juni en begin augustus worden de bollen uit de grond gehaald. Dit noemen we 'rooien'. Na het rooien worden de bollen gedroogd en schoongemaakt. Hier worden ook de kleine bloembollen van de dikke bollen gescheden. Bollen die nog niet groot genoeg zijn gaan in het najaar weer de grond in. Dan begint het gehele proces weer van vooraf aan. Dikke bollen worden verkocht aan tuincentra of aan tulpenbroeiers om te worden afgebroeid.